Blogposts
Blog
Geplaatst op zondag 24 december 2023 @ 00:03 door Travelboy , 618 keer bekeken
In slechts vijf jaar tijd nam negatieve aandacht voor transgender mensen exponentieel toe. Eerst in opinieartikelen, daarna in de politiek. Hoe kon dat en wat zijn de gevolgen? Freya Terpstra van Transgender Netwerk: ‘Wij krijgen berichten van jongeren die huiselijk geweld ervaren, omdat hun ouders ergens hebben gelezen dat trans zijn een hype is.’
Tot enkele jaren geleden waren mensen nauwelijks geïnteresseerd in onderwerpen die trans personen aangingen, vertelt Freya Terpstra, projectcoördinator van de jongerenlijn bij Transgender Netwerk (voorheen Transgender Netwerk Nederland). “Heel veel mensen interesseerde het heel lang gewoon niet. Ze waren er niet mee bezig. Totdat het ineens in zowel de media als in de politiek een hot topic werd.”
Uit een analyse van OneWorld (zie kader) komt die trend duidelijk naar voren. De aandacht voor coming outs, persoonlijke transitieverhalen, zorg en inclusie in de (top)sport nam tussen 2018 en 2022 duidelijk toe. Wijdde de Volkskrant in 2018 bijvoorbeeld negen artikelen aan deze onderwerpen, in 2022 waren dat er vijftig.
OneWorld analyseerde voor dit artikel 561 artikelen van de vijf grootste Nederlandse dagbladen (De Telegraaf, AD, de Volkskrant, NRC en Trouw) die verschenen tussen 1 januari 2018 en 31 december 2022. De artikelen werden geselecteerd op basis van 15 relevante zoektermen en getoetst op onder meer de toon en het genre, zoals opinie, interview of nieuwsartikel.
Tegelijkertijd met de hoeveelheid aandacht veranderde ook de toon, blijkt uit de analyse. Of het nu ging om een Belgische televisiepresentator die in transitie gaat, over de gemeente Utrecht die discriminatie richting transgender personen op de arbeidsmarkt wil tegengaan of over het gebruik van een spatie bij de woorden ‘trans man’ en ‘trans vrouw’, de toon is in 2018 neutraal of positief.
Maar vanaf 2020 verschijnen steeds meer (opinie)stukken over transgender onderwerpen in de media die een negatief of angstig beeld scheppen over de transgendergemeenschap. Zo pleit een opinist in NRC ervoor om trans vrouwen niet toe te laten in de vrouwensport. In een column in De Telegraaf stelt een journalist dat een vrouw met een penis niet in de vrouwenkleedkamer hoort. En NRC interviewt een controversiële Britse filosofe en oud-docent die stelt dat trans vrouwen geen vrouw zijn, en trans mannen geen man.
De trend die uit de analyse van OneWorld blijkt, strookt met de bevindingen uit de mediamonitor 2022 van Transgender Netwerk. Ook daaruit blijkt: er zijn steeds meer berichten die tot een ‘debat’ oproepen. Het aandeel berichten met een negatief sentiment neemt zichtbaar toe, van 5 procent in 2019 naar 35 procent in 2022.
Transgender Netwerk ziet een stijging van het aantal meldingen van discriminatie tegen transgender personen
Niet alleen in de kranten, ook op sociale media is het sentiment richting transgender personen en thema’s die hen aangaan steeds vaker negatief, blijkt uit onderzoek van de Groene Amsterdammer. De hoeveelheid online haatberichten steeg van minder dan 5000 in 2018 naar al zeker 50.000 dit jaar.
Tegelijkertijd met deze ontwikkeling ziet Transgender Netwerk een stijging van het aantal meldingen van discriminatie tegen transgender personen: Transgender Netwerk ontving in 2022 de meeste meldingen van discriminatie ooit. Volgens Terpstra houdt dit mogelijk verband met elkaar: “Ook in landen om ons heen zien we dat negatieve en onfeitelijke representatie van genderdiverse mensen effect kan hebben op de mate van gewelddadige incidenten.”
Waar kwam al die negatieve aandacht ineens vandaan? Een aanwijsbaar omslagpunt in de mediaberichtgeving is januari 2020. Trouw plaatst dan een opiniestuk waarin de auteur claimt dat wijziging van de Transgenderwet de veiligheid van vrouwen in gevaar brengt. “Dat was de eerste keer dat ze de kans kregen om in serieuze media hun punt te maken”, vertelt Sophie Schers, ook van Transgender Netwerk. Met ‘ze’ doelt Schers op een bredere beweging van mensen die transfobe opvattingen delen, die elkaar tot dan toe vooral op andere platforms, zoals X (dan nog Twitter), vonden.
De beweging heeft zijn wortels in de ultraconservatief christelijke hoek, maar krijgt steeds vaker bijval van conservatieve feministen die zich ‘genderkritisch’ noemen, en door tegenstanders ook wel TERF’s worden genoemd: Trans Exclusionary Radical Feminists (‘transuitsluitende radicale feministen’). Deze feministen zijn van mening dat iemands geslachtschromosomen (doorgaans XX of XY) doorslaggevend zijn voor iemands geslacht en vinden dat trans vrouwen daarom niet echt vrouw zijn. Transmasculiene mensen zouden in hun ogen verwarde vrouwen zijn. Een van de bekendste Nederlandse ‘genderkritische’ feministen is Caroline Franssen, de auteur van het opiniestuk in Trouw in 2020. Zij vindt dat transgender vrouwen niet dezelfde rechten verdienen als cisgender vrouwen en voert daarom actie tegen de wijziging van de Transgenderwet.
Die wetswijziging werd een aantal maanden voor Franssens opiniestuk ingediend door voormalig minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker (VVD). Dekker wilde transgender personen meer regie over hun eigen leven geven door hen voortaan zonder tussenkomst van een deskundige het geslacht in het paspoort te laten veranderen. Momenteel moeten mensen nog langs een arts of psycholoog voor een verklaring dat zij ‘de duurzame overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren.’ Een handeling die volgens de deskundigen overbodig is, en vernederend volgens trans personen.
Maar volgens Franssen zou die wet ervoor zorgen dat ‘een man in een jurk’ toegang zou krijgen tot voorzieningen die alleen bedoeld zijn voor vrouwen, zoals de kleedkamer, opvangtehuizen en de vrouwengevangenis en hen daar zou kunnen aanranden of verkrachten. Ook zou de wet volgens Franssen oneerlijk zijn voor de vrouwensport. Het zijn angsten die, zoals journalist Valentijn de Hingh in De Correspondent uiteenzet, niks te maken hebben met de letter in je paspoort. De angsten van TERF’s worden overigens weinig gedeeld onder andere feministen: vrijwel alle vrouwenorganisaties in Nederland scharen zich expliciet achter LHBTI+-rechten.
Vanaf 2021 gaat steeds meer aandacht toe naar bezorgde opiniestukken
De rest van 2020 blijft het in de kranten nog nagenoeg stil omtrent het ‘genderdebat’. Wel neemt de belangstelling naar transgender onderwerpen toe, onder andere dankzij de coming-out van visagist en influencer Nikkie de Jager en transfobe opmerkingen van schrijver J.K. Rowling. Maar vanaf 2021 gaat steeds meer aandacht toe naar bezorgde opiniestukken: over de transgenderzorg, voornaamwoorden en andere taalkwesties of over het toelaten van trans vrouwen in sportcompetities. In 2022 komt de hoeveelheid aandacht voor trans onderwerpen en opinies tot een voorlopig hoogtepunt.
Volgens Terpstra is het publieke gesprek op een oneerlijke manier geopend: “Tegenstanders [van de wetswijziging, red.] kregen vaak en lang de mogelijkheid om opiniestukken te laten publiceren waar veel onwaarheden en spookbeelden in staan. Ik vind het kwalijk hoe de media daarmee om zijn gegaan. Het lijkt in de media namelijk op een evenwichtig debat, maar de tegenstanders vertegenwoordigen maar een heel klein groepje. En door hun een platform te geven legitimeer je die ongefundeerde standpunten ook.”
Stemmen die je in dat mediadebat veelvuldig terug hoort rond 2021, zijn die van columnist Jan Kuitenbrouwer en mediasocioloog Peter Vasterman. Dezelfde namen die ook een manifest ondertekenden van Gendertwijfel, een campagne uit ultraconservatief christelijke hoek tegen de wijziging van de Transgenderwet. Kuitenbrouwer en Vasterman verkondigden in een gezamenlijk opiniestuk dat de transgenderzorg niet wetenschappelijk genoeg zou zijn, Kuitenbrouwer spreekt over de ‘radicale transbeweging’ en Vasterman stelt op zijn beurt dat de Transgenderwet een inbreuk is op de rechten van vrouwen en meisjes. De toename van ‘pubermeisjes’ bij de genderklinieken zou volgens hem mogelijk komen door ‘sociale besmetting’ op school.
‘Wij krijgen berichten van jongeren die huiselijk geweld ervaren omdat hun ouders ergens hebben gelezen dat trans zijn een hype is’
Dat de artikelen niet op feitelijke onjuistheden worden gecheckt, vindt Terpstra nog het meest kwalijk. Zij ziet, als projectcoördinator van de jongerenlijn van Transgender Netwerk, bijna dagelijks de effecten ervan op trans jongeren: “Wij krijgen heel veel berichten van jongeren die verstoten worden door hun ouders, worden genegeerd of huiselijk geweld ervaren omdat hun ouders ergens in de krant een opinieartikel hebben gelezen dat trans zijn een hype is.” Daar ligt volgens haar het gevaar. “Als dit soort spookbeelden veelvuldig in de media te lezen zijn, dan worden ze een normale mening om te hebben.”
Ook in de politiek gaat het in de onderzochte periode steeds vaker over wat politicologe Anne Louise Schotel ‘morele paniek’ noemt: onderbuikgevoelens die moeilijk te bestrijden zijn met wetenschappelijke feiten. Dat was eerst niet zo, maar met het toenemen van de media-aandacht verandert ook het politieke debat, met als brandpunt de voorgestelde wijziging van de transgenderwet.
Vanaf het indienen van het wetsvoorstel tot halverwege 2021 valt binnen de politiek niet van een noemenswaardig debat te spreken. Maar in juli 2021 beginnen de angsten uit het mediadebat ook voet aan de grond te krijgen in de Tweede Kamer. De SP zegt brieven en e-mails te hebben gekregen van mensen die bezorgd zijn over het wetsvoorstel. Ze zijn bang voor de veiligheid van vrouwen in kleedkamers, de opvang en voor fraude in de sport. Ook de ChristenUnie en de VVD wijzen de minister op die zorgen.
Als een jaar later, in september 2022, het debat over het wetsvoorstel plaatsvindt, draait het bijna volledig om de morele paniek waar Schotel op wijst. Zij stelt dat de media een rol in die ontwikkeling hebben gespeeld: “De wetswijziging gaat niet over het makkelijker maken van hormoonbehandelingen voor kinderen of over gevaren in de kleedkamer, maar als je het daar wel heel veel over gaat hebben, dan leidt dat af van wat er feitelijk aan de hand is: een administratieve wijziging.”
‘Ik zou nu zeggen dat het argument dat de veiligheid van cis vrouwen in gevaar zou komen, geen sterk argument is’
Een directe link tussen de mediaberichtgeving en het debat in de Tweede Kamer valt niet te bewijzen. We kunnen immers niet in het hoofd van de Kamerleden kijken. Maar waarom wijdden de kranten zo veel aandacht aan het onderwerp en het debat? Lotfi El Hamidi, chef opinie van NRC, vertelt dat je als krant niet achter de feiten aan wil lopen: “Zodra een wetsvoorstel wordt gedaan, is het een onderwerp. En als al die opiniestukken dan maar blijven binnenkomen bij ons, kan je wel doen alsof het er niet is. Maar als dan het debat wordt afgetrapt, wil je niet achter de feiten aanlopen. Dus je neemt er deel aan.”
El Hamidi is zich er bewust van dat een krant als NRC, ook door zijn bereik, een bepaalde verantwoordelijkheid met zich meedraagt. Maar dat betekent niet dat de krant daarom gevoelige onderwerpen zou moeten weren. “Het moet mogelijk zijn om over alles een redelijk gesprek te voeren. In zekere zin is niets controversieel, maar we proberen het wel in goede banen te leiden.” Dat deed de krant bijvoorbeeld door de genderpoli alvast een weerwoord te laten schrijven op de kritiek van tegenstanders op de werkwijze van de poli. “Dat hebben we in de krant op één pagina gepubliceerd, om te laten zien dat we een inhoudelijk gesprek faciliteren. Daar heb je twee kanten voor nodig.”
Bij Trouw, waar Monic Slingerland tot afgelopen zomer chef opinie was, was het wetsvoorstel ook de aanleiding om destijds het opiniestuk van Caroline Franssen te plaatsen. Met de kennis van nu was ze daar anders mee omgegaan: “Ik had nu gezegd dat het argument dat de veiligheid van cis vrouwen in gevaar zou komen, geen sterk argument is. Ze gaf daar namelijk maar één voorbeeld van en dat werd ook niet breder onderbouwd.” Maar de hoeveelheid aandacht die het onderwerp gekregen heeft, is niet iets waar Slingerland nu iets aan zou veranderen: “Ik merkte dat veel ouders te maken kregen met kinderen die na gaan denken over en twijfelen aan hun genderidentiteit. Als dat bij veel gezinnen gebeurt, ook met het gegeven in het achterhoofd dat een transitie niet altijd brengt wat je hoopt, dan is dat wel een reden om er een debat over te voeren. En daar zijn we niet eenzijdig in geweest.”
Over de wijziging van de transgenderwet schreef OneWorld al eerder. De kans lijkt klein dat die wijziging er nog komt. CDA en VVD lieten vorig jaar tijdens het debat weten te twijfelen en na de val van het kabinet werd de wetswijziging controversieel verklaard: de nieuwe Tweede Kamer zal die moeten behandelen. Hoewel Transgender Netwerk de handdoek nog niet in de ring gooit, maakt de organisatie zich wel zorgen om de politieke verhouding, die met de verkiezingen duidelijk zijn verschoven. Schers: “We hebben gezien hoe het in andere landen gaat. In het VK en Zweden is zelfbeschikking van tafel verdwenen. Dat moeten we koste wat kost zien te voorkomen. Het kan zomaar een voorbode zijn van achteruitgang.”
bron: www.oneworld.nl
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.