Blogposts
Blog
Geplaatst op maandag 06 november 2023 @ 00:00 door Travelboy , 855 keer bekeken
ChristenUnie-leider Mirjam Bikker steunt de koers die lokale afdelingen van haar partij maken als het gaat over homoseksualiteit, zei ze in Nieuwsuur. Het programma zocht uit dat in zeker dertien gemeenten de fracties van de ChristenUnie het zogeheten ‘regenboog-stembusakkoord’ steunen en de regenboogvlag hijsen op Coming Out-day.
Bikker zei dat ze het “juist heel mooi vindt” dat lokale fracties daarin zelf een afweging maken. Ook is ze “dankbaar en blij” met de drie senatoren van de ChristenUnie, van wie één openlijk homoseksueel is. Verder zei ze dat ze “altijd zal staan voor welke keuze ook een jonge homo in mijn partij maakt, hoe hij leeft en hoe hij daarin de bijbel uitlegt”.
Homoseksualiteit is een beladen onderwerp binnen de christelijke partij, maar de laatste tijd lijkt er een progressievere koers binnen de ChristenUnie. Bikker benadrukte dat het gesprek hierover natuurlijk gevoerd wordt en dat het belangrijk is dat daar de ruimte en vrijheid voor zijn, ook voor mensen die dit nog ingewikkeld vinden. “Je ziet in verschillende kerken dat hier het gesprek verschillend over gevoerd wordt. Met ook nog steeds verschillende uitkomsten. Maar het staat voor mij niet in de weg van de missie die de ChristenUnie heeft: christelijke sociale politiek, voluit dienend in de samenleving zijn.”
Volgens Bikker is er binnen haar partij soms verschil van opvatting over hoe wordt gedacht over het huwelijk. “Daar wordt ook onder christenen verschillend over gedacht. De ChristenUnie heeft daarin een lijn en daar zal niet iedereen zich in herkennen. Maar mensen ervaren wel, hé wij zijn hier veilig. En of de lokale fractie dan wel of niet de regenboogvlag hijst. Ik vind het vooral heel belangrijk dat zij ook uitstralen dat alle mensen in mijn gemeente hier veilig zijn en dat wij staan voor hen.”
bron: www.trouw.nl
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.