Blogposts

Blog

Geplaatst op woensdag 30 november 2022 @ 06:26 door Travelboy , 1596 keer bekeken

Op 11 oktober 1988 vond de eerste National Coming Out Day plaats in de Verenigde Staten. Sinds 2009 vieren we deze dag ook in Nederland. Op deze datum staan we stil bij de promotie van een veilige omgeving waarin iedere LHBTQIA+-persoon zichzelf kan zijn.

 

Uit de kast komen: waar komt het vandaan?

 

De uitdrukking ‘uit de kast komen’ ofwel coming-out wil zeggen dat iemand openlijk uitkomt voor diens geaardheid of genderidentiteit. Maar waar komt deze uitdrukking eigenlijk vandaan?

 

Karl Heinrich Ulrichs: de eerste persoon die uit de kast kwam

 

Karl Heinrich Ulrichs (1825-1895).

 

Historici beschouwen schrijver en advocaat Karl Heinrich Ulrichs (1825-1895) als de eerste persoon die publiekelijk uit de kast kwam als homoseksueel. Ulrichs deed dit tijdens een vergadering van een vereniging van Duitse juristen in Munich in 1867. Voor deze groep mensen sprak hij zich uit tegen de wetten die homoseksuele handelingen tussen mannen verbood. Het woord ‘homoseksualiteit’ zou pas een jaar later voor het eerst worden gebruikt. Daarom sprak Ulrichs over mensen die zich van nature aangetrokken voelden tot “het tegenovergestelde van wat gebruikelijk is”.

 

Ulrichs stelde dat mensen die met deze gevoelens te maken hadden, hiermee geboren waren en dezelfde behandeling moesten krijgen zoals ieder ander persoon. Dit was revolutionair. Voor onze begrippen kan Ulrichs dus gezien worden als een van de eerste (in de geschiedenis opgenomen) personen die uit de kast kwam, zo’n 100 jaar voordat deze specifieke uitdrukking hiervoor gangbaar werd.

 

Een introductie in de gemeenschap

 

De uitdrukking ‘uit de kast komen’ is een vertaling van het Engelse ‘coming out of the closet’: een gezegde dat in twee delen te verdelen is. Coming-out is afkomstig van de cultuur van debutante gala’s, ook wel coming-out feestjes genoemd. Dit waren formele feestjes waarbij jonge vrouwen, debutantes, voor het eerst werden geïntroduceerd in de adellijke maatschappij, en in het bijzonder aan geschikte vrijgezelle mannen. Dit soort feestjes waaiden over van Amerika naar Europa in de negentiende en twintigste eeuw.

 

Historicus George Chauncey deed onderzoek naar de homogemeenschap in New York tijdens de periode 1890-1940. Hij concludeert dat er in deze periode drag feesten waren die gemodelleerd waren naar debutante gala’s. Tijdens deze feestjes werden homomannen, afkomstig uit de bovenklasse, geïntroduceerd aan andere homomannen in de gemeenschap. Dit soort gala’s werden veilige plaatsen waar homoseksuele mannen konden samenkomen. In de maatschappij werden dit soort feesten echter gezien als immoreel en illegaal.

 

Deze evenementen waren belangrijke voorlopers in de vestiging van de queer cultuur. Ondanks de onrust, intimidaties en arrestaties kon de mainstream maatschappij niet veel doen om deze feesten te stoppen. Hierin is het doorzettingsvermogen te herkennen dat karakteristiek is in queer geschiedenis.

 

Pieter Jacobus Meertens (1899-1985).

 

Vóór de Tweede Wereldoorlog betekende coming-out dus dat je als queer persoon andere queer personen liet weten tot dezelfde gemeenschap te horen. Een Nederlands historisch voorbeeld hiervan is de letterkundige Pieter Meertens (1899-1985). Meertens schreef in zijn dagboek dat alleen mensen die zelf homoseksuele gevoelens hadden, mochten afweten van zijn homoseksualiteit en hem hierop mochten aanspreken.

 

Waarom de kast?

 

We zijn alweer wat verder in tijd wanneer de kast bij de term ‘coming-out’ wordt toegevoegd en deze de betekenis krijgt zoals we die nu kennen. Volgens Chauncey zijn er geen aanwijzingen voor een wijdverbreid gebruik van deze uitdrukking vóór de jaren 1960. In Nederlandse kranten begint het woord ‘kast’ in combinatie met een verwijzing naar (homo)seksualiteit op te duiken in de jaren 1980.

 

Een voorbeeld van het gebruik van ‘uit de kast komen’ in Trouw in 1984.

 

Geheel zeker over de afkomst van dit deel van de uitdrukking is Chauncey niet. Waarschijnlijk is het afkomstig van de Engelse uitdrukking ‘a skeleton in the closet’. Dit betekent dat iemand een schandelijk geheim met zich meedraagt.

 

Op deze manier veranderde de achterliggende gedachte van coming-out dus van een introductie in een verwelkomende gemeenschap van gelijken, naar het bekendmaken van ‘een geheim’ aan een veel grotere kring. Er kan beargumenteerd worden dat de betekenis van coming-out hiermee een minder positieve lading heeft gekregen.

 

Het is daarom niet vreemd dat er in de laatste jaren meer kritiek te horen is op deze uitdrukking. Sommigen vinden dat het een cliché is geworden, iets wat je maar al te vaak terug ziet in films en in andere populaire media. Mede hierdoor is het bijna een verwachting geworden dat queer personen (ooit) uit de kast komen. Het lijkt te suggereren dat er een scheiding is tussen het leven vóór en na een coming-out, terwijl LHBTQIA+-personen nooit één keer uit de kast komen, het is een proces dat altijd gaande is.

 

Kortom, uit de kast komen is een metafoor die benadrukt dat wij in een heteronormatieve samenleving leven en dat je ervoor uit zou moeten komen als je buiten dit hokje valt. Echter is niemand verplicht om anderen over zichzelf te vertellen. Het is geheel aan jou óf en op welke manier je anderen over je identiteit wilt vertellen.

 

bron: www.expreszo.nl



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.