Blogposts
Blog
Geplaatst op zondag 07 augustus 2022 @ 00:38 door Travelboy , 1976 keer bekeken
Aanhoudingen, martelingen en bedreiging met moord. Veel Palestijnse LHBTQ’ers ontvluchten de politie en hun families in de Westelijke Jordaanoever. Zij vluchten naar Israel, met de hoop op een tijdelijke verblijfsvergunning. Een toneelstuk over hun situatie en leven is onlangs in Haifa in première gegaan. De (Israelische) maker kon echter geen enkele Arabische acteur vinden die het aandurfde de hoofdrol te spelen.
Scène uit het toneelstuk
Ayman (niet zijn eigen naam) is een 24-jarige homoseksuele man uit Shechem is in augustus 2019 door de Palestijnse politie aangehouden nadat hij op Instagram zijn steun aan de LGBTQ-gemeenschap uitte. “Het was een reactie op een bericht van de politie die activiteiten van de LHBTQ-gemeenschap verbod”, vertelt hij. Ik was boos, voelde onrecht en wilde protesteren. Ik schreef zoiets als “laat ons ons leven leiden zoals wij willen”. Ik heb het woord ‘homo’ niet eens genoemd, maar het was voldoende. Twee uur later stonden twee politieagenten op mijn stoep en werd ik gearresteerd. Er kwam een melding van mijn instagrambericht, vertelden zij. Ik was met stomheid geslagen, kon niet ademen en was bang. Iemand heeft me verklikt. Er zijn mensen die geld krijgen om politieke en maatschappelijke activisten te verklikken. Ik weigerde antwoord te geven bij de ondervraging: wat ik van homo’s denk, wat ik ervan vind, waarom ik ze steun. Omdat ik geen antwoorden gaf, werd ik geslagen, bespuugd, en op de grond gegooid. Mijn handen waren vastgeketend. Ik werd in een cel gegooid, kreeg 12 uur geen water of eten. Om vervolgens weer ondervraagd te worden. Men probeerde mij te laten bekennen dat ik homo ben, ook wilden zij namen krijgen van andere homo’s. Ik heb niet meegewerkt en werd daarom overgeplaatst naar de gevangenis in Shechem. “Stuk vuil ben je, wij zijn nog niet klaar met je” zeiden ze tegen mij. In de auto waren nog twee jonge mannen, maar we mochten niet met elkaar spreken. Ik voelde me als een dier dat verplaatst wordt, zonder rechten. De Genid gevangenis wordt “het abattoir” genoemd. Verhalen over deze gevangenis doen denken aan Stalinistische ondervragingen. Ayman zegt dat hij niet de enige gevangene was die ervan verwacht werd om homoseksueel te zijn. “Al bij binnenkomst werd ik geschopt, werd er gezegd dat ik geen man ben, psychische stoornis heb en dat men zulke mensen niet in Palestina wil.” Ik werd in een kleine bedompte cel gelaten, terwijl mijn handen en voeten in de boeien waren geslagen, het vuil en de stank waren er verstikkend. Ik hoorde geschreeuw en gehuil van mannen die gemarteld werden. Ik mocht niet slapen, niet eens tegen de muur leunen. De handboeien deden vreselijk pijn en ik kon nergens mijn behoeftes doen. Uiteindelijk heb ik het daarom in mijn broek gedaan. Ik smeekte dat ze mij vrij zouden laten. Dit zou alleen gedaan worden als ik de namen van andere homoseksuelen zou geven en als ik zou verklaren waarom ik de opmerking op Instagram plaatste. Ik weigerde. In een van de ondervragingen werd ik 12 uur onafgebroken op een stoel gezet, handen en voeten in de boeien. Alles deed pijn, ik kon amper ademen, verloor het gevoel van mijn lichaam en dacht dat ik doodging.
Na zes dagen werd Ayman vrijgelaten – volgens hem dankzij activisten wiens naam hij niet wil noemen uit angst dat de Palestijnse politie wraak zal nemen. Hij moest wel een document ondertekenen dat hij zich niet in de discussie over homorechten zal uiten noch de LHBTQ-gemeenschap zal steunen. “Toen in weer thuis was weigerde mijn ouders met mij te spreken, ook werd ik niet gesteund.” Het tegendeel gebeurde, hij werd achtervolgd, zijn spullen werden doorzocht en zo kwam zijn familie erachter dat hij contact had met een jongen uit Shechem. Toen ik realiseerde dat mijn vader dit wist, vreesde ik voor mijn leven. Mijn moeder zei dat ze van plan zijn om mij te vermoorden. Ik ken mijn vaders macht”, vertelt hij. “Ik word verwacht om demonstraties [tegen Israel] bij te wonen, naar checkpoints te komen, stenen te gooien, maar zo ben ik niet. Ik wist dat ik naar Israel moest vluchten. Dit was de enige manier om de dood te ontlopen.
Scène uit het toneelstuk
Ayman’s aanhouding was onderdeel van een campagne van de Palestijnse Autoriteit (PA) met het doel de steun voor de LHBTQ-gemeenschap te marginaliseren. De politie riep de inwoners van de Westelijke Jordaanoever op om alle ‘verdachte’ activiteiten te rapporteren. De stichting “Alcaeus” (regenboog), die vanuit Oost-Jeruzalem actief is voor de rechten van Palestijnse LHBTQ’ers, werd verboden. De Palestijnse mensenrechtenraad bekritiseerde de PA en gaf aan dat de politie internationale verdragen schendt die de PA wel ondertekend hebben. “De Palestijnse politie is bezig met ophitsing tegen de LHBTQ community en dit kan levens kosten” verklaarde de raad. Dit thema was ook het onderwerp van een HRW rapport dateert uit 2020. UN-Watch overhandigde afgelopen juni een rapport aan de VN-mensenraad over de martelingen van Palestijnse gevangenen door de PA. Ook beschreven zij de vervolging van LHBTQ’ers en hun penibele maatschappelijke positie.
“Homo zijn in Gaza is een doodvonnis” zegt Ayman. Zodra je ontmaskerd bent, door je eigen familie of de politie, dan ben je de pineut. De Palestijnse gevangenis in Jericho, waar de meeste homoseksuelen mannen worden opgesloten, kreeg de naam “Guantánamo van de PA” en is berucht voor de martelingen. Het aantal gevangenen vanwege seksuele geaardheid is onbekend, er zijn geen officiële cijfers hierover. Alhoewel homoseksualiteit volgens de wet geen misdrijf is, worden zij toch als criminelen behandeld. Echter heeft dit onderwerp geen prioriteit bij mensenrechtenorganisaties.
Daarom willen veel Palestijnse LHBTQ’ers de PA-gebieden ontvluchten en naar Israel, maar dit vereist gedegen planning en voorbereiding. Via de app Grindr kreeg Ayman veel nuttige informatie over openingen in de veiligheidshek, manieren om legercontroles te omzeilen en adressen waar hij onderweg kon logeren. “Ik pakte een kleine tas in, nam het beetje geld op dat ik had, nam vervolgens in Shechem een taxi en reed naar het Palestijnse dorp Far’un.” Via openingen in het hek kwam hij Israel binnen. Het waren de eerste coronadagen, daarom was de Israelische grenscontrole op een lager pitje. “Ik nam het OV en kwam in Tel Aviv terecht. Mijn Engels is goed, dus ik kon mij goed redden. De eerste drie nachten sliep ik aan het strand en at ik bijna niks. Ik kon niet geloven dat het plan lukte en dat ik in Israel was, eindelijk vrij.” Door de hulp van anderen verbleef hij één maand bij een LHBTQ-hostel om vervolgens naar een hostel in Haifa te gaan.
Steeds groeiend probleem
De situatie van de LHBTQ’ers uit de Westelijke Jordaanoever is het onderwerp van het toneelstuk ‘”Shariff” door Tomer Aldubi. Aldubi baseerde zijn toneelstuk op getuigenissen van naar Israel gevluchte Palestijnse LHBTQ’ers, onder andere die van Ayman. Het stuk met de hoofdpersoon “Shariff” bespreekt de onderdrukking, vervolging en het gevaar die deze gemeenschap loopt, vaak vanuit de eigen familie. Het verhaal volgt enkele mijlpalen in het leven van Shariff, vanaf het moment dat hij bewust wordt van zijn seksuele identiteit, de confrontatie met de Palestijnse politie en de vlucht naar Israel. Het laat ook de ontmoeting met de Israelische autoriteit zien en hun racistische houding maar ook de hulp die hij krijgt. Shariff probeert te overleven, terwijl hij droomt op een hereniging met zijn jeugdliefde Nur wiens lot onbekend is.
Regisseur Tomer Aldubi
Aldubi is 29 jaar oud en woont in Haifa, waar hij vrijwilliger is bij de stichting “het andersoortig huis”. De stichting heeft een hulpline, speciaal gericht op Arabische LHBTQ’ers in Israel. Zo leerde hij de problematiek van zeer dichtbij kennen. “In de laatste vier jaar is het aantal Palestijnen die gevlucht zijn vanwege hun seksualiteit sterk gegroeid” zegt hij. Het zijn mensen die voor hun leven vluchten, Israel erkent hun precaire positie. Zij krijgen een tijdelijke verblijfsvergunning. Deze kunnen ook worden vernieuwd, maar het duurt soms te lang, waardoor zich situaties voordoen waarbij zij in de illegaliteit belanden en daarmee het risico lopen om door de politie teruggestuurd te worden. In mijn toneelstuk wilde ik dit probleem aan de orde stellen – de absurditeit van de halfslachtige maatregelen.
Het toneelstuk is in het Hebreeuws, maar heeft ook Arabischtalige scènes. Het bleek echter onmogelijk om een Arabische acteur voor de hoofdrol te vinden. “Ik heb meerdere Arabische acteurs benaderd, maar niemand durfde het aan. Een deel van hen heeft niet eens de script gelezen – het onderwerp alleen al schrik af, men is bang voor het stigma rondom dit onderwerp in de Arabische samenleving”. Shariff wordt dus gespeelt door de Joods-Israelische acteur Asaf Shorek. Hij en Aldubi, die beide het stuk produceerde, werden tijdens het hele proces begeleid door een gevluchte Palestijnse homoseksuele man.
Aldubi vertelt dat noch de Joodse noch de Arabische LHBTQ-gemeenschap enthousiast waren. Men is bang voor terreur, voor problemen en stigma’s. De Palestijnen willen niet geassocieerd worden met de ‘bezetters’… Voor Aldubi is dit echter een verhaal van vluchteling zijn, erbij willen horen, racisme, alles zit erin.
In het stuk is ook aandacht voor de gebrekkige communicatie en de problemen die de Israelische overheid veroorzaakt. Één scene gaat over het aanvragen van een verblijfsvergunning. “Zegt u dat u vervolgd wordt vanwege uw seksuele voorkeur? Is dat het gevaarlijk in uw dorp? Bent u illegaal Israel binnengekomen?” vraagt de ambtenaar in het Hebreeuws. Shariff verstaat haar niet en antwoord uiteindelijk in het Arabisch. “Ligt de oorzaak voor het gevaar bij de autoriteiten”? Shariff verstaat haar half en legt uiteindelijk uit dat hij moest vluchten omdat zijn familie hem met de dood bedreigde.
Zo ging Ayman dieper in op de interactieproblemen met de Israelische IND. “Ik verstond de taal amper, terwijl zij geen Arabisch spreken. Ik voelde me totaal verloren”. Een ander probleem is de slechte busverbinding en de locatie van de kantoren, vlak bij Qalqilya. Hier komen veel Palestijnen langs, waardoor het risico om bekenden tegen te komen groot is. Deze sage herhaalt zich elke keer weer opnieuw wanneer ik mijn verblijfsvergunning moet verlengen. Verder geeft de vergunning geen automatisch recht op medische zorg. Werkvergunning was ook een probleem, maar dit is onlangs door de overheid wel geregeld. Het zijn derden, zoals stichtingen en vrijwilligers, die het leven voor de gevluchte Palestijnse LHBTQ’ers verzachten. Uiteindelijk vertrekt een groot deel van hun naar een derde land, veelal Canada en Australië. Israelische hulpverleners zijn kritisch op de overheid ‘die volgens hen te weinig doet, maar ook geen echte oplossing biedt anders dan een tijdelijke verblijfsvergunning te verlenen’.
De Israelische autoriteiten benadrukken dat dit probleem door de PA moet worden opgelost, juist omdat het een civiele zaak is. Maar “ondanks de levensbedreigende situatie verleent Israel alleen tijdelijke verblijfsvergunningen voor Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever. Elk persoon moet een grondig en professioneel onderzoek ondergaan door een sociaal werker. Deze onderzoekt de verschillende factoren en overwegingen om vervolgens te helpen bij het zoeken naar een oplossing. Zo’n onderzoek vereist persoonlijke ontmoetingen en directe communicatie, waardoor fysieke aanwezigheid van de aanvrager nodig is.”
Ha’aretz vroeg de woordvoerder van de Palestijnse politie om een reactie, maar die is niet gekomen.
Dit artikel is 25 juli 2022 verschenen in de Israelische krant Haaretz, en is met toestemming door CIDI uit het Hebreeuws vertaald.
LET OP: Dit is een artikel van www.cidi.nl. Het CIDI is een lobbygroep voor de (niet altijd goede) Israelische zaak. Lees dit artikel dus met een kritische blik.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.