Blogposts

Blog

Geplaatst op zaterdag 13 november 2021 @ 00:04 door Travelboy , 372 keer bekeken

Johannes ten Hoor (30) probeerde onder druk van zijn omgeving jarenlang zijn homoseksuele gevoelens te verdringen. Tot hij het niet langer hield. ,,Verliefde gevoelens negeren is als een soort strandbal die je onder water probeert te duwen. Hoe dieper je hem duwt, des te harder-ie naar boven springt.”

 

Hij was een jaar of 13, 14 misschien. De inmiddels in Utrecht woonachtige Johannes groeide op in Hendrik-Ido-Ambacht en zijn vrienden op de middelbare school begonnen over meisjes te praten. Die is leuk, die is knap. Kriebels in de buik, verliefdheden. Hij had dat soort gevoelens niet. Niet voor meisjes, althans. ,,Tot ik merkte: ik heb dat óók. Maar dan voor jongens. O, shit. Dat kán volgens mij niet.”

 

Johannes groeide op in een streng christelijk gezin. Over homoseksualiteit werd niet gesproken. Thuis niet, maar ook op school en in de kerk niet. Die éne keer dat er wel over gesproken werd op de middelbare school, weet hij nog goed. ,,Bij het vak godsdienst moesten we in groepjes een werkstuk maken over een ethisch thema. Homoseksualiteit stond in een lijstje tussen euthanasie en abortus.”

 

De docent zei: ,,Als je homo bent is het zo, daar kun je weinig aan doen. Het is moeilijk, ingewikkeld voor je. En het betekent dat je je hele leven alleen moet blijven of met iemand moet trouwen van het andere geslacht.” Wie zich erin herkende, zo werd op het hart gedrukt, kon het maar beter voor zich houden. Je zou er niets mee opschieten en je hebt ook nog eens kans dat je gepest wordt. ,,‘Bovendien hebben we allemaal problemen. Je hoeft niet alles te delen’, zei hij.”

 

Johannes wist toen twee dingen. Ik bén homo. En dát is verkeerd. ,,Je groeit op met zo’n heel duidelijk verwachtingspatroon van hoe je leven eruit moet zien. Je krijgt een relatie, gaat trouwen, krijgt kinderen, allemaal binnen een heteroseksuele relatievorm. Je krijgt dus één optie mee, en die is eigenlijk een soort plicht. Het heeft daarom ook heel lang geduurd voordat ik echt begreep wat het was, wat ik voelde. Dat klinkt gek. Maar homoseksualiteit, áls het al werd besproken, werd altijd gepresenteerd als iets ‘van buiten’. Iets wat slecht, verkeerd en pervers was. Het paste niet binnen onze gemeenschap.”

 

En dus drukte hij zijn gevoelens zoveel mogelijk weg. ,,Nee, dit mag niet. Dit mag écht niet”, sprak hij zichzelf vermanend toe als het begon te kriebelen in zijn buik. ,,Maar weet je wat het is? Verliefde gevoelens negeren is als een soort strandbal die je onder water probeert te duwen. Hoe dieper je duwt, des te harder-ie naar boven springt. Hoe vaker je zegt dat het niet mag, hoe groter het wordt in je hoofd. Hoe meer je het weg moet drukken, hoe verliefder je wordt.”

 

Trouwfoto van Johannes ten Hoor en zijn man Timo.Trouwfoto van Johannes ten Hoor en zijn man Timo.


Een reddingsboei

 

Waar leeftijdsgenoten misschien wel de leukste tijd van hun leven hadden op de middelbare school - met ontluikende liefdes, gefriemel achter het fietsenhok en openlijk geflirt - was de liefde voor Johannes jarenlang een worsteling. Iets wat noodzakelijk onderdrukt moest worden.

 

Die strijd was een interne: met zichzelf, met het geloof. En met zijn omgeving. Met alles wat hij tot dan toe had geleerd, had gedacht en móest denken. ,,Op een gegeven moment was ik er ook heel obsessief mee bezig om te voorkomen dat iemand zou ontdekken dat ik homo ben. Dat ging dusdanig ver dat ik geen roze meer durfde te dragen bijvoorbeeld. Ik was me bewust van hoe ik liep, hoe ik mij gedroeg. Wat ik wel en niet zei als het over relaties ging. Ik was de hele tijd een rol aan het spelen, de hetero aan het acteren.”

 

Dagelijks wendde hij zich tot God in zijn gebeden. In de hoop dat het allemaal over zou gaan. ,,Dit was kennelijk iets slechts, iets wat in mij zit en er niet hoort te zijn.”

 

Bij de bibliotheek in zijn dorp vond hij op een dag een foldertje dat hij stiekem mee naar huis nam. In die tekst leek het gewoon iets normaals: homoseksualiteit. ,,We hadden alleen gefilterd internet thuis, dus dit was de enige manier om daarachter te komen.”

 

Dit was dus ook een mogelijkheid, wist Johannes nu. ,,En het bidden werkte ook niet, was ik inmiddels achter. Ik had er zo vaak om gevraagd en er veranderde niets. Dus ik dacht: misschien hóeft er dan wel niks te veranderen. Ik begon er langzamerhand in te vertrouwen dat dit was hoe God mij gemaakt had en dat dat prima is. In een van de Bijbelteksten stond dat God ons beter kent dan wij onszelf kennen. Als God mij dan zo precies kent, dacht ik, en mijn homoseksualiteit daar kennelijk bij hoort, dan is het goed. Dat geloof voelde ineens als een enorm cadeau, een soort reddingsboei. Hierdoor trok ik het.”

 

Voor zichzelf had hij geaccepteerd dat hij homo was. ,,Maar het duurde nog heel lang voordat ik de moed had verzameld om daadwerkelijk uit de kast te komen. Dat pesten was mijn grootste angst, dat mijn coming-out tot negatieve reacties zou leiden. Toen dacht ik: als ik van de middelbare school af ben, ga ik studeren. Dan hoef ik in dat nieuwe stukje van mijn leven niet eens uit de kast te komen. Als ik daar gewoon van de ene op de andere dag mezelf ben, is dat super.”

 

Maar dat lukte niet. Toen hij aan een bachelor communicatiewetenschappen begon, merkte hij dat hij al snel weer terugviel in oude patronen. ,,Ik praatte gewoon weer mee, maakte grapjes, deed alsof er helemaal niets aan de hand was.”

 

Het duurde nog een heel studiejaar voordat hij op het punt kwam dat het echt niet meer ging. ,,Mijn energie was op. Bovendien ging ik me schuldig voelen. Ik was nieuwe vriendschappen aan het opbouwen en was eigenlijk steeds aan het liegen over dat stuk van mezelf. Ik had het gevoel dat ik mijn vrienden aan het belazeren was. Het moest eruit, ik kon die bal niet langer onder water houden.”


Dronken mailtje

 

,,Die nieuwe vrienden zouden de eerste mensen zijn bij wie ik uit de kast kwam. In theorie het minst moeilijk voor me, want ik kende ze nog niet zo heel lang.” Maar het was makkelijker gedacht dan gedaan. ,,Uiteindelijk heb ik midden in de nacht, niet volledig nuchter, een mailtje getypt. En verstuurd. Vervolgens deed ik tevergeefs verwoede pogingen te gaan slapen.”

 

Tot zijn verbazing - en zijn grote geluk - reageerden zijn vrienden heel positief en warm. ,,Ze waren zelfs trots dat ik het hen als eerste vertelde. Ze waardeerden mijn eerlijkheid en zagen het als een bevestiging van de vriendschapsband die we hadden opgebouwd en het vertrouwen dat ik in hen had.”

 

Díe biecht was in Utrecht, waar hij studeerde. De moeilijkste stap moest nog komen: het zijn ouders vertellen. En dat zou ook nog even duren. ,,Er ging nog een paar maanden overheen. Mijn ouders merkten wel dat er iets aan de hand was. Als ik in de weekenden thuis was, bij hun, was ik supermoe, vaak chagrijnig en ruzie aan het schoppen met mijn broertjes.”

 

Het laatste weekend voor zijn coming-out riep hij naar zijn moeder dat hij blij was dat hij ‘weer een hele week weg kon’. ,,Ik zat in de trein daarna en dacht: volgens mij was dit niet heel oké. Toen heb ik ge-sms’t dat we moeten praten. Het moest maar gaan gebeuren.”

 

,,Ik ben homo”, zei Johannes die zondagavond op de bank bij zijn ouders. En toen viel er een heel lange stilte. Daarna kwam het ongeloof: ,,Máár vroeger vond je meisjes toch leuk? En hoe weet je het zo zeker? Gaat het nog over?” vroegen zijn ouders. ,,En daar bleef het eigenlijk een beetje bij.”

 

Verwerking

 

De week daarop deden ze allemaal alsof er niets gebeurd was. Ik dacht nog: heb ik dit gesprek echt gevoerd of heb ik het gedroomd?”

 

Johannes probeerde het nog weleens voorzichtig aan te halen, maar steeds viel er al snel een ongemakkelijke stilte of werd er uitgeweken naar een ander onderwerp. ,,Dat zorgde bij mij wel voor een heleboel onzekerheid, ja. Behalve dat mijn ouders zich er geen raad mee wisten, had ik geen idee wat ze ervan vonden. Schaamden ze zich, waren ze boos of teleurgesteld? Dus dat bekoelde het contact tussen ons ook. Ik had ook zoiets van: als je niet kunt praten over iets wat voor mij zo’n beetje het belangrijkste thema in mijn leven is, waarom zouden we het dan nog ergens anders over hebben?!”

 

Johannes wist één ding: wat hij meemaakte, moest niemand meer meemaken. Na ongeveer een jaar werd hij voorlichter van Homo in de Klas. ,,Voorlichting geven op middelbare scholen voelde als een roeping. Omdat ik het zelf zo gemist heb. Los van dat het sowieso al fijn en goed is die voorlichting te geven, hielp het mij met verwerken. Het zorgde ervoor dat die negatieve sfeer om homoseksualiteit bij mij steeds meer verdween. En het leidde er thuis ook toe dat het onderwerp weer werd besproken. En dat was eigenlijk het eerste moment dat mijn moeder vragen ging stellen die echt over míj gingen.”

 

Toen drong het tot hem door: ,,Dat acceptatieproces waar ik zelf al jaren over heb gedaan, dat moesten zij ook door. Ook mijn ouders waren in precies diezelfde omgeving opgegroeid, maar dan dertig jaar eerder. En ook zij hadden nog nooit iets positiefs over homoseksualiteit gehoord. Dus met terugwerkende kracht kan ik hun reactie wel begrijpen.”


Getrouwd

 

Inmiddels is Johannes ruim een maand getrouwd met Timo. ,,Mijn ouders hebben mijn man volledig geaccepteerd, waren aanwezig op mijn bruiloft en zien hem als hun kind. Los van het feit dat ze het tegelijkertijd nog best wel ingewikkeld vinden. Ze zeiden: ‘We zien hoeveel jullie van elkaar houden en hoe waardevol het is.”’


Johannes is gelukkig, ‘out and proud’ én strijdvaardig. ,,Gezond activisme, hoor. Ik vertel het nu juist, ik laat het de wereld zien.” Zijn jeugd zou hij niet beschrijven als een hel, er waren heus ook leuke momenten. ,,Maar ik neem het onder meer mijn middelbare school wel kwalijk dat ze in dit opzicht niks voor mij konden betekenen. Geen veilige omgeving hebben geboden om mijn eigen identiteit in te kunnen ontwikkelen, op een gezonde manier.”


Rolmodel

 

Met voorlichting probeert hij een rolmodel te zijn. ,,Wat echt bijdraagt aan acceptatie, is de aanwezigheid van positieve rolmodellen. Wij vertellen gewoon ons persoonlijke verhaal, wat we moeilijk vonden, wat voor reacties we kregen. Het draagt eraan bij dat leerlingen hun horizon verbreden en zien: héé, dat is er ook. En dat mag er zijn. Wíj mogen er gewoon zijn.”

 

bron: www.pzc.nl



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.