Blog
Geplaatst op vrijdag 10 maart 2023 @ 00:01 door Travelboy , 304 keer bekeken
Iedereen kent zijn hit ‘Tainted love’ (1981). Marc Almond is bezig met zijn laatste tournee en treedt deze maand zeven keer op in Nederland.
Slechts één woord hoefde Marc Almond te veranderen aan de vertaling die Mort Shuman in 1967 maakte van Jacques Brels ‘Chanson de Jacky’. Van ‘queer’ maakte hij ‘queen’ in zijn versie op het album Tenement Symphony (1991). Brel zelf had het nog over ‘pédés’ (flikkers). „Nu zou je zonder nare bijbedoeling weer gewoon queer kunnen zingen”, zegt Marc Almond monter. „Maar queen klonk gewoon mooier.”
„Ik ben een zanger die toevallig homo is,” antwoordde hij ooit op de vraag hoe het voelde om een homoseksueel artiest te zijn. Boos kon Almond er niet meer om worden, nadat hij in de jaren tachtig als zanger van het synthesizerduo Soft Cell was uitgemaakt voor alles wat nichterig, queer (letterlijk: raar) en pervers werd gevonden aan iemand die onverbloemd voor zijn geaardheid uit durfde komen. Na de videoclip van ‘Sex Dwarf’ (1981), spraakmakend verfilmd door Tim Pope, werd Almonds kortstondige popcarrière met Soft Cell achtervolgd door schandaal en controverse
.
‘Tainted Love’ zingen voelt altijd als vakantie
‘
Tainted Love’ (1981), hun versie van een obscure soulsong van Gloria Jones, werd een onontkoombare hit. Het duo Soft Cell, met Dave Ball op toetsen, zette synthesizerpop op de kaart met een nummer dat zou uitgroeien tot een onverwoestbare jarentachtigklassieker. Andere hits volgden, maar het gekkenhuis van seks, drugs en overspannen media-aandacht waar het duo in terechtkwam kon niet lang duren. Almond begon het zijproject Marc and the Mambas en verwoordde de wankele basis van Soft Cells megasucces op het album The Art of Falling Apart (1983): „I’m covered in bruises from mixing with losers.” En „I’m skilled at the art of falling apart”.
Respect als zanger, songschrijver en briljant vertolker van andermans materiaal verwerft Marc Almond gedurende zijn solocarrière, die in 1984 begint met het album Vermin in Ermine (‘ongedierte in bontjassen’). ‘Jacky’ van Brel, ‘Something’s Gotten Hold of my Heart’ van Gene Pitney (in duet met de man zelf) en ‘Days of Pearly Spencer’ van David McWilliams voorziet hij van nieuw levensbloed. Prachtige songs als ‘Tenderness is a Weakness’ en ‘Tears Run Rings’ schrijft hij zelf. Almond stort zich op vaudeville, cabaret en Russische volksmuziek. Hij woont zelfs een tijdje in Sint-Petersburg en zingt met de Russische vedettes Boris Grebenshikov en Alla Bayanova. Hij vertolkt zijn songcyclus Ten Plagues op het belangrijke Edinburgh Festival en staat in diverse Europese operazalen, onder meer als de filosoof Seneca in een rockversie van de 17de-eeuwse opera L’incoronazione di Poppea van Monteverdi.
Een ernstig motorongeluk in 2004 is een wake-upcall. Almond loopt hoofdletsel op en kan niets anders dan geduldig wachten op zijn herstel. Het album Stardom Road (2007) dient als voorzichtige comeback, nog niet met eigen nummers maar met hem dierbare songs als ‘I Have Lived’ van Charles Aznavour en ‘The London Boys’ van David Bowie. Zijn liefde voor glamrock en de progressieve popmuziek uit zijn jeugd blijven een rol spelen in zijn leven. Op recente setlists staan nummers als ‘I’m the Light’ van Blue Cheer en Bowies ‘John, I’m Only Dancing’.
Zijn komende Europese tournee zal zijn laatste zijn, vertelt Marc Almond (65) via een audioverbinding met een niet nader benoemde plek in Portugal. „Er komen nog wel incidentele concerten, maar de druk van het toeren en het verblijf in saaie hotelkamers begint me te veel te worden. Tijdens de pandemie ben ik vier keer geveld geweest door het coronavirus, met long Covid als gevolg. Daarvan ben ik gelukkig grotendeels hersteld, maar het ontbreekt me aan de energie om net zo intensief te toeren als vroeger.
„Met Nederland heb ik altijd een bijzondere band gehad, dus die zeven concerten in jullie mooie land wil ik niet missen. Het wordt een feelgood-show, kan ik je vertellen, met alle hits en geen ingewikkelde zijsprongen. Jammer genoeg kan ik mijn strijkkwartet niet meenemen. Dus wordt het back to basics met mijn vaste band en enkele achtergrondzangers.”
In uw autobiografie ‘In Search of the Pleasure Palace’ (2004) schreef u dat uw zangstijl uit de Soft Cell-tijd moeilijk te reproduceren is, een nachtmerrie voor uw stembereik van nu. Hoe lastig is het om ‘Tainted Love’ en ‘Say Hello Wave Goodbye’ te zingen?
„Mijn stem is veranderd sinds ik heb geleerd hoe het werkelijk hoort, met een betere ademhalingstechniek en minder druk op de stembanden. Op die vroege Soft Cell-albums had ik de eigenwijze attitude van een post-punkzanger, die vond dat één keer inzingen genoeg was. Als ik die opnamen nu terug hoor zou ik willen dat ik de songs vaker had ingezongen, om de zangpartijen wat soepeler te laten klinken. Alles moest in your face: niet zeuren, volgende track! De grap is dat ik tegenwoordig nog heel aardig kan acteren wat voor persoon ik toen was. Het album Non-Stop Erotic Cabaret was eigenlijk een theatrale songcyclus, over een jonge gast die verstrikt raakt in het nachtleven en aan het eind weer terugkeert naar zijn normale leven. In die context beleef ik enorm veel plezier aan het zingen van de nummers van dat eerste album, omdat het me in één klap terugbrengt naar een periode waarin alles kon en de creativiteit rijkelijk vloeide.”
Is ‘Sex Dwarf’ een song die nu nog zou kunnen?
„Je moet het zien in de geest van de tijd. ‘Sex Dwarf’ was geïnspireerd op een sensatiebeluste kop boven een krantenbericht. Die lugubere, naar schandaal vissende mentaliteit van de zondagsbladen wilden Dave en ik aan de kaak stellen, zoals veel van wat we schreven een satirisch commentaar op de toenmalige werkelijkheid was. Als ik me zorgen zou maken over de politieke correctheid van die nummers in de huidige tijdgeest zou ik ze nu geen van alle meer kunnen zingen. Mensen die de mond vol hebben van post-punk: hier heb je een post-punkklassieker.”
U vertolkt regelmatig werk van David Bowie. Hoe belangrijk zijn Bowie en de glamrock uit de jaren zeventig voor u?
„Sinds mijn vroegste jeugd luister ik naar popmuziek. Mijn ouders waren jong en thuis stonden Radio Caroline en Radio Luxembourg op, de piratenzenders. Ready Steady Go op tv. De eerst platen die ik kocht waren van de progressieve rockgroepen Free en Jethro Tull. Toen Marc Bolan en David Bowie op het toneel verschenen raakten ze me op een diepgaand, persoonlijk niveau. Bowie zei: ‘Er ligt een ander leven voor je in het verschiet. Het is niet erg om anders te zijn.’ Of hij nu gay was of biseksueel, dat maakte voor mij niet uit. Bolan en Bowie boden met hun seksueel ambigue levenshouding een ontsnappingsroute uit het alledaagse bestaan.”
Ik heb makkelijk praten: ik ben de eeuwige outsider
Heeft de opkomst van de lhbti+-beweging invloed gehad op uw artiestenbestaan?
„Ik ben nog nooit van mijn leven lid geweest van welke beweging dan ook. Diversiteit is mooi en ik speel regelmatig op evenementen met een lhbti-signatuur, maar vraag me niet waar de afzonderlijke letters voor staan. Wanneer ik met homovrienden spreek over het militante karakter van al die nieuwe ontwikkelingen, vertellen ze me dat het ze juist vervreemdt van de kern van de zaak, namelijk de emancipatie van mensen die niet makkelijk in een hokje passen. Maar ik heb makkelijk praten: ik ben de eeuwige outsider.”
De gedachte achter uw meest recente album ‘Chaos and a Dancing Star’ en het nummer ‘Chaos’ lijkt dat goede dingen ontstaan uit wanorde. Is dat uw levensfilosofie?
„Vat het op zoals je wilt, maar uit chaos ontstaat creativiteit. Mijn meest bevredigende periodes zijn altijd voortgekomen uit twijfel, momenten waarop je niet honderd procent tevreden bent over je creatieve prestaties. Als de gezapigheid op de loer ligt is het goed om een beetje wanorde in je leven te introduceren, want daaruit groeit het besef dat je nog niet klaar bent met alles wat je bereikt hebt. Ik heb nog nooit een album gemaakt waar ik compleet tevreden over was. De enige plaat die ik zonder voorbehoud liefheb is het Russische album, Heart On Snow, met Russische volksliederen en Russische muzikanten en zangers. Waarschijnlijk omdat er voor één keer geen platenmaatschappij meeloerde in de coulissen. Iemand die van hogerhand kwam zeggen dat er nog geen hit op het album stond of dat ik bepaalde songs moest weglaten omdat ze niet commercieel genoeg waren.”
Hoe kijkt u naar Rusland in het licht van de recente ontwikkelingen?
„Ik ben wanhopig. De oorlog in Oekraïne maakt me heel, heel erg verdrietig. Sommige van mijn beste vrienden zijn kritische Russen die nu in ballingschap moeten leven. Anderen zijn nog daar en moeten omzichtig benaderd worden, als ik ze een appje wil sturen bijvoorbeeld. Praktisch gezien zijn ze gevangenen van een systeem waar ze geen onderdeel van willen uitmaken. Ik ken Rusland als een land met een rijke cultuur en een volk van warme, empathische mensen. Het doet me verschrikkelijk veel pijn dat ik er waarschijnlijk nooit meer naartoe zal kunnen om te zingen, iets wat Russen als geen ander kunnen.”
U moet ‘Tainted Love’ nu zo’n vierduizend keer gezongen hebben. Gaat de lol er nooit af?
„I lóóóóve singing that song! Toen Soft Cell in 1984 ophield te bestaan was ik vastbesloten om niet te teren op mijn oude successen. Ik speelde met The Willing Sinners en mensen kwamen me vertellen dat ze het nieuwe materiaal goed vonden, maar zou je alsjeblieft nog één keer ‘Tainted Love’ willen doen? Geen sprake van, was mijn antwoord. Daar begon ik me toch een beetje schuldig over te voelen. In 1992, in de Royal Albert Hall, zong ik het voor het eerst weer. Het was een verheffend moment. Het is zo’n grote song, veel groter dan ikzelf, en het nummer heeft een eigen leven. Het is een TikTok-sensatie, komen mensen me vertellen! Daar heb ik zelf geen enkele invloed op. Tegenwoordig voelt ‘Tainted Love’ zingen voor mij als vakantie. Ik kan ermee doen wat ik wil en iedereen houdt van mij. Ik ben gewoon een lucky bastard, met zo’n kei van een song op mijn repertoire.”
Peter Mark Sinclair (Marc) Almond wordt geboren 9 juli 1957 in Southport, Lancashire. Studeert kunst en design op Southport College, specialisatie performance art. Ontmoet Dave Ball op Leeds Polytechnic en in 1977 formeren ze Soft Cell.
1980 Debuut-EP Mutant Moments
1981 ‘Tainted Love’, top-10-hit in 17 landen, nummer 1 in Engeland
1982 Debuutalbum Non-Stop Erotic Cabaret
1983 Zijproject Marc & the Mambas met Annie Hogan
1984 Afscheidsconcerten Soft Cell
1984 Solodebuut Vermin in Ermine met The Willing Sinners
1987 Album Mother Fist and her Five Daughters omarmt Europese cabarettraditie
1988 Album The Stars We Are met de hits ‘Tears Run Rings’ en ‘Something’s Gotten Hold of my Heart’
1989 Album Jacques met Engelstalige bewerkingen van Jacques Brel-chansons
1993 Tournee in Rusland
2000 Korte reünie van Soft Cell
2003 Album Heart On Snow met Russische volksmuziek
2004 Ernstig motorongeluk, langzaam herstel van hoofdletsel
2008 Tour met orkest Jools Holland
2015 Album The Velvet Trail
2020 25ste album Chaos and a Dancing Star
2022 Soft Cell reüniealbum Happiness Not Included met bijdrage van de Pet Shop Boys
bron: www.nrc.nl
16 March 2023
Paard, The Hague, Netherlands
For tickets and further information click here
17 March 2023
Muziekgebouw, Eindhoven, Netherlands
For tickets and further information click here
18 March 2023
De Warande, Turnhout, Belgium
For tickets and further information click here
21 March 2023
TivoliVredenburg, Ronda, Utrecht, Netherlands
For tickets and further information click here
22 March 2023
Patronaat, Haarlem, Netherlands
For tickets and further information click here
23 March 2023
Hedon, Zwolle, Netherlands
For tickets and further information click here
25 March 2023
Parkstad Limburg Theaters, Heerlen, Netherlands
For tickets and further information click here
26 March 2023
Neushoorn, Leeuwarden, Netherlands
For tickets and further information click here
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.