Blogposts

Blog

Geplaatst op vrijdag 21 juni 2024 @ 00:34 door Travelboy , 278 keer bekeken

Maurits de Bruijn schreef een gelaagde roman over de frictie tussen queers en hetero’s. Man maakt stuk zoekt niet de verbinding, maar ­benadrukt juist de verschillen. Zo zet de schrijver je aan het ­denken.

 

Maurits de BruijnBeeld Joris Casaer

 

Op een dag zijn ze er ineens. De jongens onder het erkerraam van David. Ze hangen, ze roken, ze kletsen tot diep in de nacht. David, een thuiswerkende kunstenaar, ziet ze, ruikt ze, hoort ze. De hele tijd. Maar als de buren hem vragen of hij er niet óók helemaal gek van wordt, ontkent hij. Want die jongens zijn erg, maar aangeharkte hetero’s zijn misschien nog wel erger.

 
 
 

Heimelijke frictie tussen queers en hetero’s – tussen ‘jullie’ en ‘wij’, zoals David zegt – daarover gaat Man maakt stuk, de derde roman van Maurits de Bruijn (1984), schrijver, essayist en beeldend kunstenaar. Met de nadruk op heimelijk, want alle hetero’s in Davids leven zijn progressieve, invoelende, bewuste mensen die het – vanzelfsprekend! – vreselijk vinden als hun homoseksuele medemens anders behandeld wordt.

 

Het is een slimme zet van De Bruijn; de discriminatie komt niet van het voor de hand liggende enge clubje hangjongeren, maar van goedbedoelende mensen nabij. Davids beste vriendin meent dat je het beste vriendschap kunt sluiten met ‘een homo’: ‘Het is zo ontzettend lachen!’ Zijn huisbaas beweert kortzichtig ook queer te zijn, enkel omdat zijn relatie ‘niet past binnen de kaders die voor ons zijn uitgestippeld’. Galeriehouder Tom vraagt David op de opening van zijn expositie ‘die paarse broek’ aan te trekken. Want hoe meer David uitstraalt dat hij homo is, hoe groter de kans dat zijn schilderijen verkocht worden. Moet hij alleen nog wel even met de potentiële kunstkopers babbelen; een gaydiscriminatieverhaal wekt interesse (‘Stop je dat verdriet ook in je werk?’).

 

De ruimte terugpakken

 

Blinde vlek

 

En uiteraard blijkt ook de (heteroseksuele) lezer nogal een blinde vlek te hebben. Ikzelf althans was aanvankelijk nogal geïrriteerd over Davids lijdzaamheid: práát even met die jongens, dacht ik, vraag gewoon of ze ergens anders kunnen gaan staan. Tot ik eindelijk begreep dat David – vrouwelijk gekleed en met een geaffecteerd stemgeluid – niet zomaar op een groepje macho’s af kan stappen.

 

Het maakt David razend dat hij nog net niet als een andere diersoort wordt behandeld, maar hij beschouwt lhbti’ers zelf ergens ook als een klasse apart, een klasse die met minachting spreekt over ‘mensen als jullie’. Zo krijgt zijn woede iets gecultiveerds, alsof het ook een gekoesterd element is van zijn queeridentiteit: het verachten van hetero’s omdat ze ‘het’ toch nooit zullen begrijpen. En ís dat ook niet zo? Al was het maar omdat het überhaupt onmogelijk is een ander ooit echt te kennen? Dat is wel wat de schrijver lijkt te suggereren, gezien de spectaculaire inschattingsfout die hij David aan het eind laat maken (en waarover ik verder niets zal verklappen).

 

Verschillen benadrukken

 

Man maakt stuk is een boek dat niet kwispelend de verbinding zoekt maar de verschillen juist benadrukt. Zo word je meer aan het denken gezet dan een voorspelbaar enerzijds, anderzijds zou doen: ‘In bed (…) bekroop me het overbekende gevoel dat jullie je leven gemakkelijk zonder mij of zonder mensen als ik zouden kunnen leiden. En in dat leven stond een uitnodiging aan iemand als ik gelijk aan een handreiking, samenwerken met mij was een gunst verlenen – ik en mensen als ik zullen uiteindelijk afhankelijk zijn van mensen als jullie. En sure, we konden discussiëren, maar jullie wereldbeeld, de mening die jullie waren toegedaan zou winnen, hád al gewonnen – heeft nog nooit niet gewonnen.’

 

Dit is een ideeënroman over identiteitspolitiek: wie mag wat zijn en onder welke voorwaarden? Toch is Man maakt stuk nog meer dan dat. Het is ook een kunstenaarsroman, ook een ‘gewoon’ spannend verhaal, en bovenal ook een zedenschets van deze tijd, vol scherpe beschrijvingen van mensen, hun voorkomen, spullen, huizen, kleding, carrières. Een woonkamer staat vol met ‘klassiek aandoende ornamenten’. De straten in een babyrijke buurt ruiken naar Zwitsal. Een vriendin heeft zich ‘binnen korte tijd weten op te werken tot de hoogste regionen van de Berlijnse en West-Europese kunstscene’.

 

De ruimte terugpakken

 

Al die typeringen werken zo goed omdat ze niet alleen een levendig beeld oproepen, maar ook gaan over de ruimte die iemand inneemt. Zo laat De Bruijn zien dat sommige mensen achteloos veel ruimte innemen (tot de geur van hun baby aan toe), terwijl anderen altijd een stapje terugzetten (toch maar niet die jongens aanspreken). Een leidraad die je navoelt in de kwestie met de macho’s onder het raam: zij nemen heel letterlijk ruimte in ten koste van een ander.

 

Uiteindelijk zijn zij het die het moeten ontgelden. David schildert ze, naakt en expliciet homo-erotisch. De posters hangen overal in de stad. Zo pakt hij de ruimte terug – dat is althans hoe hij het, ook aan zichzelf, verkoopt. Dat het niet helemaal koosjer is, weet hij zelf ook wel; hij mag dan queer zijn, moreel superieur is hij niet. Extra irritant (en ironisch) dat juist die vervelende heterovriendin hem daar nog eens op wijst.

 

In deze gelaagde roman zitten wel meer van dit soort kleine wendingen – ze maken van David een interessant karakter. Volop dialogen, ideeën en ontwikkelingen om nog een tijdje op door te analyseren – en misschien weer heel andere conclusies uit te trekken. Begin maar eens bij de titel: wie is de man, en wat maakt hij eigenlijk stuk?

 

Maurits de Bruijn: Man maakt stuk. Das Mag; 269 pagina’s; € 23,50.

 

bron: www.volkskrant.nl

 



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.