Gay Vrienden Club

Daan is bevriend met Maria, die bij hem in de klas zit. Bij haar thuis ontmoet hij Raaf, haar twee jaar jongere broer.

Daan weet niet wat er met hem gebeurt als hij Raaf ziet, hoort en ruikt. Als hij naar huis fietst, moet hij overgeven en de volgende 24 uur kan hij aan niets anders denken dan aan Raaf.
Daan en Raaf worden voorzichtig een soort vrienden. Ze hebben verschillende achtergronden. Daan komt uit een zakelijk en rijk geslacht. Zijn familie is bekend in de stad: goed katholiek, beschaafd en zuinig. De grootvader van Daan ziet in hem een opvolger, een kleinzoon die zijn bestuurstaken van hem kan overnemen.

Daans vader is schoenfabrikant, hij heeft een fabriek in Frankfurt en wil graag dat zijn zoon de zaak op den duur overneemt.

Daan is enig kind. Hij adoreert zijn moeder, die er altijd punctueel uitziet. Zijn ouders hebben een matig huwelijk en trekken allebei aan Daan.

Raaf komt uit een vrijer milieu. Zijn zus en hij mogen zelf bepalen wie en wat ze willen worden. Raaf wil ruimtevaarttechniek studeren.

In de loop van de middelbare school komen de jongens elkaar af en toe tegen en maken ze een praatje. Na elke ontmoeting is Daan dagenlang van slag. Als hij bij de geschiedenisles een dia ziet van een verstrengelde man en vrouw, een beeld van Rodin, is hij verdrietig omdat hij denkt dat er nooit zo’n beeld van twee mannen gemaakt zal worden. Daan zou het liefst met Raaf poseren voor Rodin, net zo omstrengeld.

Hun ontmoetingen op school volgen eenzelfde stramien, totdat Daan een groot feest organiseert en hij aan Raaf vraagt om de kaartjes te verkopen. De hele dag zijn ze in de weer. ‘s Avonds drinken ze een biertje om te vieren dat het feest is uitverkocht en fietsen ze een stukje samen op. Als Raaf afslaat, wacht Daan. Dan fietst hij achter hem aan, sluipt rond het huis van Raaf en hoort hem zingen onder de douche. Met Daan gebeurt iets onontkoombaars.

Daan ontworstelt zich aan zijn milieu. Hij wil concertorganisator worden, zeer tegen de zin van zijn vader en zijn opa. Na de havo organiseert hij feesten waar honderden jongeren op afkomen.

Als Raaf eindexamen gymnasium doet, hebben ze elkaar al een tijdje niet gezien. Op een plein in de stad raken ze aan de praat. Raaf gaat naar Berkeley University in San Francisco, ruimtevaarttechniek studeren en vraagt Daan of hij hem daar komt opzoeken.
Daan is verbijsterd, maar vertrekt een half jaar later inderdaad naar San Francisco.
Het worden de mooiste dagen van zijn leven. Een week lang vrijen ze de sterren van de hemel.

De woorden gay of homo vallen niet, en als ze langs de wijk Castro fietsen, zegt Raaf ‘daar wonen de homo’s, ik hoef niet te weten wat ze er allemaal uitvreten, vreselijk.’
Op de terugreis is het Daan duidelijk dat Raaf en hij voor elkaar gemaakt zijn. Hij belooft een feest voor Raaf te geven als hij in de zomer naar Nederland komt.
Raaf stelt voor om voor het feest een week een wandeltocht in de Zwitserse Alpen te maken.
Die huttentocht is net zo romantisch als hun tijd in San Francisco, ze praten en vrijen dag en nacht. Bij het beklimmen van een steile kam meldt Raaf achteloos dat hij een leuk meisje heeft leren kennen op Berkeley en dat ze misschien langskomt op het feest.
‘Geen zorgen,’ vervolgt hij.

Daan kan niet meer nadenken. Een meisje? Hij laat zich vallen en grijpt Raaf bij zijn kuiten vast. Bijna storten ze in een ravijn. Daan kan Raaf nog net redden voordat hij over de rand tuimelt.

Het meisje komt inderdaad op het feest. Annetrud komt uit Oost-Duitsland en beweert een relatie met Raaf te hebben. Daan heeft het gevoel dat hij in een slecht toneelstuk terecht is gekomen. De vorige dag reisden Raaf en hij nog met de nachttrein uit Zürich, verstrengeld en wiegend op de cadans van de wagon. Nu zit hij aan tafel naast de vriendin van Raaf.
De avond eindigt in een ruzie tussen Annetrud en Daan. Ze vindt hem sick.

Raaf blijft zorgzaam voor Daan. Midden in de nacht komt hij naast hem zitten op de bank, slaat een arm om hem heen en verzekerd hem dat alles goed komt.

Het eerste deel van de roman beschrijft de avond van het feest, afgewisseld met scenes uit de jeugd van Daan, die laten zien hoe zijn familie hem onder druk zet om een nette jongen te worden, zijn bezoek aan San Francisco en de bergwandeling.

In deel twee kijkt Daan op het terras van zijn favoriete hotel in Zermatt, waar hij met zijn ouders, zijn vriendin, met Raaf en met hun beider kinderen vele vakanties doorbracht, terug op veertig jaar vriendschap.

De volgende dag wordt hij zestig. Van Annetrud is nooit meer iets vernomen, maar er kwam een andere vrouw in het leven van Raaf. Daan vond ook een vrouw, en beiden kregen ze twee dochters. Hun seksuele relatie moest worden gestopt, die kon immers niet als je allebei een vrouw hebt.

Raaf is blijven zeggen dat hij een oplossing zou vinden, en Daan heeft daar een leven op gewacht.

Raaf werd astronaut, en Daan was aanwezig bij de lancering van diens ruimtereis. Daan haalde als hoogtepunt van zijn carrière Barbra Streisand naar Carré, en Raaf kwam over uit Cape Canaveral om daar bij te zijn.

Iedereen komt naar Zermatt: Daans moeder, zijn kinderen, zijn inmiddels ex-vrouw met haar nieuwe man, de vrouw van Raaf, hun twee kinderen. Raaf zal er niet zijn.
Waarom komt Raaf niet op de zestigste verjaardag van Daan?

Lees hier een interview met de schrijver in het Parool